Het Duitse kamp ontmand

(Uit het archief) Niet ver van onze tent slaat een groep Duitsers hun kamp op. Het gezelschap lijkt te bestaan uit ongeveer tien personen. Ze zijn met enkele auto’s gekomen. Opvallend daarbij is een Engels sportwagentje. Een klassiek model, een Triumph Spitfire of zoiets, in echte kleur groen zoals je dat tegenwoordig niet meer ziet. Mooi ding, mooi geluid, dat moet gezegd worden. De auto staat netjes naast camper en tenten. Elke ochtend – vaak nog voor er iemand op is – wordt het trotse bezit liefdevol afgestofd door de mannelijke eigenaar. Nog in zijn onderbroek, gewapend met een zacht handvegertje. Vlekken en gevallen takjes worden zorgvuldig weggewerkt. De motorkap gaat enige keren open voor diverse controles. Dat is op zich al een bezienswaardigheid, want de kap gaat niet zoals bij de meeste auto’s vanaf de voorkant open, maar andersom, vlakbij de voorruit. Anders en exclusief.

De groep bestaat onder meer uit zes enigszins hippie-achtige vrouwen van begin veertig. Samen met een stuk of vier kinderen, meisjes van variërend van een jaar of zes tot vijftien. En een schuchtere jongen, ook vijftien jaar schat ik. De eigenaar van het groene sportwagentje is de enige volwassen man. Hij is van dezelfde leeftijd als de vrouwen. Je gaat je natuurlijk afvragen hoe dit nu allemaal zit. Maar dat wordt niet duidelijk. De man wordt zichtbaar geadoreerd door alle dames uit het gezelschap. Er wordt flink gegiecheld als hij zijn auto start om met een van de uitverkorenen een ritje te maken. Een andere vrouw poseert voor het wegrijden op de motorkap, wat natuurlijk tot de nodige hilariteit leidt. Er wordt meteen driftig gefotografeerd met de telefoontjes.

Geen uitsproken macho, deze man. Hij is niet erg groot, heeft een vriendelijke uitstraling en een zachte stem. Dat was me al opgevallen toen ik hem brood zag halen bij de receptie. Zo’n zachte stem zegt niet zo veel natuurlijk. Ook dit soort types kunnen een onbedwingbare drang hebben om hun genen op bestendige en brede wijze door te geven. Op een of andere manier lijkt het gewoon niet waarschijnlijk dat we hier te maken hebben met een groep bewust alleenstaande moeders die met een gemeenschappelijke platonische vriend op stap is. Maar dat hij deze hele groep vrouwen al jarenlang voorziet van zijn zaad, dat is toch wel een vermetele hypothese. A. zegt me dat hij haar aan Charles Manson doet denken, al lijkt hij daar niet echt op. Hij heeft geen baard. Zijn zachte stem doet me eerder denken aan Clint Eastwood, die in menige western op gedempte toon wat woorden prevelt vlak voordat hij zijn tegenstanders meedogenloos maar efficiënt neermaait.

Enkele dagen later zijn man en sportwagen ineens spoorloos verdwenen. Met de noordenzon vertrokken, zo lijkt het. De reden is ons niet duidelijk. Een conflict? Hiervan hebben we niets gemerkt Of misschien heeft hij verplichtingen? Een andere vrouwengroep die op overeengekomen diensten wacht? Zijn vertrek verandert iets, zoveel is wel duidelijk. Hij laat een leegte achter. De groep is ineens veel minder dominant aanwezig op de camping. De vrouwen gedragen zich meer teruggetrokken. Er is geen gegiechel meer. Groeten op het pad naar het sanitairgebouw is er meer bij; het hoofd wordt in alle verlegenheid beschaamd afgewend. De achterblijvers moeten verder, alleen met elkaar. De meisjes voetballen gelaten wat met de andere campingkinderen. De jongen zit zwijgend op een stoeltje bij de vrouwen, zijn hoofd steeds verstopt in een donkere capuchon.