Omgangsvormen

Laatst las ik ergens dat je een vrijer mens wordt als je probeert je oordeel over anderen uit te stellen of zelfs achterwege te laten. De camping lijkt een ideaal oefenterrein om dit in praktijk te brengen. Een klein dorp met een wisselende en enigszins internationale populatie, waarbij men een ongewoon inzicht krijgt in elkaars privéleven, op een manier die thuis in de straat hoogst storend en ongepast is, maar in de hoedanigheid van de campinggasten blijkbaar toch acceptabele vormen aan kan nemen. Het blijkt moeilijker dan ik dacht.

Een Frans gezin met drie jonge kinderen houdt een fietsvakantie. Het  is duidelijk dat de kinderen niet ingenomen zijn met deze activiteit, maar de ouders volharden met een bijkans religieus fanatisme in deze door hen gekozen manier van ontspannen. Van camping tot camping fietsen over de heuvels bij meer dan dertig graden lijkt me geen pretje als je een jaar of zes bent, al is het op je eigen fiets. De jongste van een jaar of drie wordt ’s ochtends vroeg luid krijsend in de zijspan gehesen. Het meisje moet eraan geloven of ze nou wil of niet. Hoe halen ze het in hun hoofd, denk ik, hier moet wel een diep gefrustreerd mens uitgroeien.

Dan onze buren. De man, een wat in zichzelf gekeerd type, doet alle huishoudelijke taken. De vrouw komt blijkbaar tot niets, behalve dan wat fluitspelen en lang staan in de ochtendzon, alsof ze mediteert. Bij de camping is een bron, waar gezwommen kan worden. Daar vertrouwt ze A.toe dat ze een moeilijk leven heeft gehad. Ja, ja, zo’n type dus. Ik besluit het contact, dat toch al minimaal is, verder te versoberen. Groeten ging toch al moeizaam. Twee dagen later hoor ik van A. dat de man een goede vriend is; haar eigen man is een halfjaar geleden overleden. Na deze mededeling voel ik me bezwaard en schuldig. Voor mij was ze al tot een holistische heks gedegradeerd. Een erg onaangenaam geval. Tja, morgen nog maar weer ‘ns opnieuw proberen.