Nationaliteitenoverleg

Een vergaderbijeenkomst met ongeveer vijfentwintig Engelsen, Fransen, Belgen en Nederlanders. Grappig om te zien hoe de typische rollen meteen ingevuld worden. Er zijn altijd weer enkele figuren die opvallend vaak het woord menen te moeten voeren. En dat doen ze dan niet alleen tijdens het officiële vergadergedeelte, ook in de wandelgangen en tijdens de informele avonduurtjes laten ze uitgebreid van zich horen. Zelfs als je ze tegenkomt bij het wachten voor de toiletten geven ze blijk van een onbedwingbare communicatiebehoefte, waarbij het trouwens meestal eenrichtingsverkeer blijft. Ikzelf moest tijdens het overleg enkele mededelingen doen en het kostte me al tijd en inspanning genoeg om daarvoor de juiste momenten te kiezen en er zodoende zeker van te zijn dat alles wat ik zei terzake was, begrepen en genoteerd werd. Ik vind het al lastig genoeg om er precies goed in te springen. De veelsprekers hebben daar duidelijk geen last van. De rest moet maar luisteren als zij praten, wat ze ook te vertellen hebben.

Daarnaast is het bij zo’n gelegenheid natuurlijk genieten van de nationaliteitenclichés. De Engelsen, voorkomend, vriendelijk en humoristisch. De Fransen, die overal enorm veel woorden voor nodig hebben en alleen via allerlei formele om- en zijwegen hun punt kunnen maken. En daar is blijkbaar een onbegrijpelijke bureaucratie van herhalingen en breed uitgesponnen details bij nodig. De Belgen die, in de informele tafelgesprekken met de Nederlanders, vaak onwillekeurig een soort minderwaardigheidscomplex ten opzichte van de Nederlanders menen te moeten articuleren. De gesprekken gaan bijna altijd over de verschillen tussen de Belgen en Nederlanders. Altijd leuk natuurlijk, maar het zijn eigenlijk niets anders dan subtiele superioriteitsgevechten. Tot slot de Nederlanders, die aan een kant hun best doen om gezellig mee te doen maar zich tegelijkertijd hardop afvragen waar het allemaal voor nodig is. Daar hoort dan natuurlijk wat relativerende Nederlandse mannenhumor bij; bijvoorbeeld door besmuikt wat foute grapjes over vrouwen te maken. Tja, dat kan eigenlijk niet, maar er is toch niemand die het kan verstaan. Ach, het is allemaal niet kwaad bedoeld, maar dit verhulde seksisme valt dit gezelschap wel enigszins uit de toon. Maar dat deert een Nederlander niet. Een Nederlander doet overal alsof hij gewoon thuis is, wat natuurlijk ook een kwaliteit is. Misschien nog een koloniaal trekje uit het verleden?