Oefening
De lucht speelt de ruimte
het geluid verklaart zich
en de wetten zijn weer genadig
leeg
Dagslijpsel hoopt zich op
en wacht op het blijven
terwijl de vogels hun rondes verkondigen
verstoorbaar en onwillig van zichzelf
patrouilleren de heiligen
in alle staten met fris gemoed
– voor zover dat mogelijk is zonder ledematen –
Machtig heffen zij aan, machtig maar geblakerd:
“O gij, gebenedijde, laat mij nog
eenmaal smaken, het vroegste kruid,
bleek en zuiver als het gewassen woord”
En zo lossen zij weer op
prettig en pathetisch
verliezen zich in vormen
een altijd weer herkenbaar patroon
van een beleefde verrijzenis
Dus, als het hout zwart is, de telling sluit,
grensbewaking de wegen mist,
blijf dan toch
doorlaatbaar doorlaatbaar
en schend de fossiele witheid
als het gelijk der Oude Meesters.