Broeds

De oudste jonge kip legt sinds enige tijd eieren en is nu ook broeds. Broedsheid is een wonderbaarlijk fenomeen. In het leghok zit ze te zitten, maakt af en toe wat mompelende geluiden (op z’n kips dan) en lijkt in een algehele staat van trance. Doorgaans ligt er een ei onder, maar als je die weghaald blijft ze daarna gewoon zitten en broedt stug verder. Ze zit er al de hele dag , zegt A, en moet toch onderhand wel eens wat drinken. Oke dan, ik pak de kip voorzichtig op, haal haar onder enig protest uit het leghok, probeer onhandig wat te knuffelen – terwijl ik weet dat kippen daar over het algemeen minder geschikt voor zijn, maar goed, de behoefte is er– en prompt komt de haan op me af en doet zijn erg zijn best om een dreigende houding aan te nemen. Gezien zijn wat bescheiden formaat als krielkip, of krielhaan moet ik zeggen, doet dit wat aandoenlijk aan, maar als kwetsbare persoonlijkheid ben ik gevoelig voor elke vorm van liefde of aanval en zet de opgepakte kip snel neer bij de de drinkplaats. De haan druipt af en de kip lijkt niet geïnteresseerd in een slokje. Ze kiest het hazepad richting hok en verdwijnt weer snel naar de legafdeling. Ei of geen ei, het maakt niet uit, gebroed zal er worden. Een bewonderenswaardig staaltje van vasthoudendheid, waar de mens nog wat van kan leren, nietwaar. Kom er maar eens om, in deze tijd van voortdurende afleiding. Gewoon blijven broeden. Tja, het is gewoon instinct, zal men tegenwerpen. Maar toch.